U krijgt dit jaar tot 30 juni om uw aangifte op papier in te dienen. Online hebt u tot 15 juli de tijd en voor complexere aangiften tot 16 oktober. Hebt u beleggingen? In dit gedeelte lichten wij toe hoe u maximaal profijt kunt halen uit de bestaande fiscale voordelen.
Intresten op uw spaarrekeningen
Code 1151 / 2151 van uw aangifte
In 2024 was de eerste schijf van 1020 euro aan intresten op gereglementeerde spaarrekeningen vrijgesteld van roerende voorheffing. Hebt u bij één bank meer intresten dan dat vrijgestelde bedrag ontvangen, dan zal ze op het surplus al 15% voorheffing hebben ingehouden. Is uw spaargeld evenwel gespreid bij meerdere banken, en stijgen de intresten per bank niet uit boven het plafond, dan is dat nog niet gebeurd. U moet dan zelf de intresten boven het plafond aangeven. Ze zullen alsnog belast worden tegen 15%. Het plafond van 1020 euro geldt per persoon. Voor wie gehuwd is zonder huwelijkscontract, of met een contract dat opteert voor het wettelijk of voor een gemeenschappelijk stelsel, worden de intresten gelijk verdeeld over beide partners, zelfs als slechts 1 partner titularis is van de rekening. Het vrijgestelde bedrag komt dan op 2040 euro te liggen. Weet ook dat de intresten van minderjarige kinderen opgeteld moeten worden bij de intresten van de ouders (voor elke ouder de helft). Meerderjarige kinderen hebben zelf recht op een vrijstelling tot 1020 euro.
Belastingverminderingen op sparen en beleggen
Diverse belastingverminderingen houden rechtstreeks verband met sparen en beleggen. U geniet er uiteraard maar ten volle van als u belastingen betaalt.
Pensioensparen
Code 1361 / 2361 van uw aangifte
Afhankelijk van het feit of u vorig jaar een bedrag tot maximaal 1020 euro hebt gestort, dan wel een bedrag tussen 1020 en 1310 euro, geniet u van een belastingvermindering van 30 of van 25%. De juiste vermindering wordt automatisch toegepast.
Levensverzekeringen
Code 1353 / 2353 van uw aangifte
Voor premies die u hebt gestort in een levensverzekering, kunt u een belastingvoordeel van 30% genieten. Let wel: dit voordeel vormt een gemeenschappelijke aftrekpost met bepaalde hypothecaire leningen. U kunt er maar van genieten als u ofwel geen hypothecaire lening (meer) hebt, of als de lening voor uw ‘eigen woning’ recent is (vanaf 2016 in Wallonië en Vlaanderen, vanaf 2017 in Brussel). Het premiebedrag dat recht geeft op de vermindering is afhankelijk van uw beroepsinkomsten en hoe dan ook beperkt tot 2450 euro.
Aandelen van erkende ontwikkelingsfondsen
Code 1323 / 2323 van uw aangifte
Hebt u in 2024 belegd in aandelen van een erkend ontwikkelingsfonds (o.a. Incofin, Alterfin, BRS Microfinance, OikoCredit), dan geniet u een belastingvermindering van 5% op de belegde bedragen. Het moet gaan om een investering van minstens 410 euro en het belastingvoordeel bedraagt maximaal 340 euro (stemt overeen met een investering van 6800 euro). U moet uw aandelen minstens 5 jaar aanhouden, anders moet u het belastingvoordeel terugstorten. De dividenden komen in aanmerking voor de vrijstelling tot 833 euro.

Foto – ‘oude’ papieren aangifte © JMDB
Gewestelijk belastingkrediet
Vak XI van uw aangifte
Ter ondersteuning van onze kmo’s, bieden de drie gewesten in ons land een fiscaal gunstig regime of een waarborg aan voor investeerders die, onder meer via crowdlending, geld lenen aan bedrijven. Op de bekendste crowdlendingplatforms zijn leningen die kunnen rekenen op een gewestelijk belastingkrediet makkelijk te herkennen. Het gaat om Winwinleningen in Vlaanderen, om prêt Coup de pouce in Wallonië en om Proxi-leningen in Brussel. De voorwaarden verschillen per gewest. Uw platform zal u informeren over de aan te geven bedragen. Ook het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wil burgerspaargeld mobiliseren en biedt een belastingkrediet van 4% (de eerste drie jaar) en nadien 2,5% op bedragen (tot 200.000 euro) belegd in een of meerdere kredietcoöperaties met sociaal oogmerk (Credal, FinCommon, Hefboom).
Levensverzekeringen en rekeningen in het buitenland
Codes 1075 en 1076 van uw aangifte
Hebt u een buitenlandse rekening, dan moet u die aangeven. Dat geldt zowel voor zicht-, termijn- als effectenrekeningen. Voor online rekeningen bij aanbieders zoals PayPal is de situatie complexer. U moet die aangeven en het bestaan van de rekeningen ook melden bij de Nationale Bank van België (NBB), maar dat hoeft niet als u ze alleen gebruikt voor online verrichtingen en u er enkel geld op parkeert dat u nodig hebt voor die transacties. Een buitenlandse rekening in cryptomunten moet u momenteel enkel aangeven indien die werd geopend bij een bank of een beursvennootschap. Levensverzekeringen dienen niet te worden gemeld bij de NBB. Maar u moet ze wel elk jaar vermelden in uw belastingaangifte.
Onroerende goederen in het buitenland
Vak III van uw aangifte
Bezit u een onroerend goed in het buitenland, dan hebt u dat normaal gezien moeten aangeven aan de fiscus, die vervolgens een kadastraal inkomen aan uw eigendom heeft toegekend. Gebeurde dat niet, geef het dan onverwijld aan via MyMinfin.be. U dient het kadastraal inkomen te vermelden in vak III van uw aangifte, eventueel gespreid over de verschillende eigenaars. U mag de buitenlandse belastingen niet aftrekken. Onroerende inkomsten uit het buitenland worden aangegeven onder dezelfde code als Belgische inkomsten, en u moet ze daarna nogmaals vermelden in rubriek B en ook het land in kwestie aangeven. Zo worden inkomsten van een tweede verblijf in Frankrijk bijvoorbeeld aangegeven onder code 1106/2106 (indien niet verhuurd aan een bedrijf of zelfstandige) en geeft u in rubriek B het land aan (Frankrijk), de code (1106 of 2106) en het bedrag in kwestie.
Cryptomunten
Hebt u in 2024 meerwaarden gerealiseerd of passieve inkomsten opgestreken, dan kan de fiscus ook een deel van de koek opeisen.
Passieve inkomsten, zoals winsten uit stacking of farming, worden gelijkgesteld met intresten die belastbaar zijn tegen 30%. U geeft ze aan in vak VII, onder code 1444/2444.
Een belegger die crypto bezit als onderdeel van een “normaal beheer van privévermogen”, betaalt geen belasting op de meerwaarden. De definitie van “normaal beheer van privévermogen” is evenwel vaag. Uw cryptotegoeden mogen slechts een beperkt deel van uw vermogen uitmaken en u mag niet erg vaak transacties uitvoeren. Voert u wel heel geregeld transacties uit, maakt u gebruik van tradingsoftware en belegt u grote bedragen, dan worden uw meerwaarden als winsten uit speculatie belast aan 33% (plus gemeentelijke opcentiemen). In dat geval moet u ze aangeven in deel 2 van uw aangifte, in vak XV – Diverse inkomsten, onder code 1440/2440. De eventuele kosten mag u aftrekken (code 1441/2441). Ook mag u van uw meerwaarden minderwaarden aftrekken. Zijn die groter dan de meerwaarden, dan mag u ze spreiden over 5 jaar. Tot slot nog dit: indien de fiscus u beschouwt als een professioneel cryptobelegger (erg frequente transacties, mining van cryptomunten, werken met geleend geld, gebruik van professionele middelen, enz.), dan worden uw cryptowinsten belast als beroepsinkomen (tot 50% + gemeentelijke opcentiemen) en betaalt u ook socialezekerheidsbijdragen.
Bron: Testaankoop invest week – 2 juni 2025 – Roland Couneye