Diabetes en voeding
Suikerspiegel onder controle

Diabetes is een chronische aandoening die een dagelijks evenwichtig voedingspatroon vereist. Gezonde voeding zorgt er namelijk voor dat diabetici hun suikerspiegel en, indien nodig, hun gewicht onder controle kunnen houden. Zowel voor diabetes type 1 als diabetes type 2 vormen de principes van de omgekeerde voedingsdriehoek de basis. De tips in dit artikel gelden in het bijzonder voor diabetici met overgewicht. Ze kunnen een consultatie bij een diëtist echter niet vervangen. Diabetici doen er goed aan om zich te laten begeleiden door een team van specialisten. Een diëtist gespecialiseerd in diabetologie kan advies op maat geven, aangepast aan de behandeling, en houdt rekening met je medische voorgeschiedenis of andere aandoeningen waar je eventueel aan lijdt.

Water

Drink minstens 1,5 liter water per dag (8 grote glazen). Je kunt ook andere ongesuikerde dranken drinken: thee, koffie, kruidenthee, groentesap of zoutarme groentebouillon.

Mijd: suikerhoudende dranken zoals frisdranken, vruchtensiropen en nectars. Je kunt ze eventueel vervangen door hun lightversie maar met mate. Lees ook goed de etikettering want bepaalde dranken kunnen toch nog wat suiker bevatten.

Wantrouw: alcoholische dranken, die niet alleen calorieën bevatten maar ook de suikerspiegel kunnen beïnvloeden. Afhankelijk van hoeveel calorieën je mag innemen, kan af en toe een glas wijn of licht bier bij de maaltijd.

Fruit

Eet maximaal twee stukken fruit per dag. Niet méér want ze bevatten van nature veel suiker. Doe dat bij voorkeur op het einde van de maaltijd of als tussendoortje.

Beperk:
– meer gesuikerd fruit zoals bananen en druiven;
– fruit in blik in siroop (kies bij voorkeur fruit ”in eigen sap”);
– gedroogd fruit (het bevat zeer veel suiker);
– vruchtensappen: die bevatten van nature veel suiker en door hun vloeibare textuur worden ze heel snel opgenomen. Om die reden kun je ze wel gebruiken om een te lage bloedsuikerspiegel weer op peil te brengen.

Groenten

Eet minstens 400 g groenten per dag, gegaard (bereid met zo weinig mogelijk vetstof), rauw (met een lichte saus) of in een soep. Ze leveren vitaminen, mineralen en vezels en geven je een vol gevoel terwijl je toch heel weinig calorieën binnenkrijgt.

Zetmeelhoudende producten

Eet ze bij elke maaltijd, bij voorkeur in hun ”volwaardige” vorm (bruinbrood, volkorenbrood, volkoren granen, volkorenpasta en rijst, peulvruchten, enz.). Die worden langzamer door je lichaam opgenomen dan in hun geraffineerde vorm (witbrood, bereidingen met wit meel, witte pasta, enz.). Beperk de hoeveelheden die je eet want het eindproduct van de vertering van deze voedingsmiddelen is… suiker.

Melkproducten

Minstens twee keer per dag. Kies varianten met een lager vetgehalte en altijd ”zonder toegevoegde suikers” of met zoetstoffen: halfvolle melk, magere natuuryoghurt of magere vruchtenyoghurt met zoetstof, magere natuurlijke kwark of magere kwark met vruchten en zoetstof, pudding met zoetstof of magere kaas (minder dan 20 g vet/ 100 g product).

Vlees, gevogelte, vis en eieren

Vlees: hooguit 120 à 150 g per dag, en rood vlees en gehakt maximaal één keer per week. Charcuterie: beperk je het best tot magere producten (schouderham, kip- of kalkoenfilet, filet d’Anvers, filet de Saxe, enz.).
Vis: twee keer per week, waarvan één keer vette vis (zalm, makreel, enz.). Vegetarische alternatieven (tofu, miso, tempeh, seitan en quorn, enz.) kunnen vlees vervangen; zie ook ons artikel op blz. 32.

Vetten

Om te koken: geef de voorkeur aan bereidingswijzen zonder vetstof (stomen, garen in folie, microgolfoven, grillen enz.). Als je toch vetstof gebruikt: maximaal één eetlepel plantaardige olie van goede kwaliteit (zoals olijfolie) of margarine specifiek om te bakken en te braden.
Om te smeren: een mespuntje minarine en margarine per snede brood is voldoende.
Om smaak te geven: maximaal één eetlepel olijfolie, walnootolie, koolzaadolie, sojaolie, enz.
Sauzen: kies voor vetarme sauzen zoals dressings, yogonaises en lichte vinaigrettes in plaats van mayonaise en andere vetrijkere sauzen. Kijk uit voor verborgen vetten die ook in voedingsmiddelen zoals vlees en zuivelproducten zitten. We raden je aan om steeds voor magere producten te kiezen.

Bij gelegenheid
Beperk: snoep, koekjes, gebak, chocolade, confituur, smeerpasta, gezoete dranken, chips, alcohol, enz. Die hebben minder voedingswaarde maar wel een grote invloed op de suikerspiegel. Als je er eet, hou het dan bij kleine hoeveelheden en als onderdeel van een maaltijd om de piek in je suikerspiegel te beperken.